Bij rekenbegeleiding wordt gestart met een intakegesprek met de ouders en meestal het kind zelf. Het is belangrijk om over zoveel mogelijk relevante informatie te beschikken, waardoor het kind goed in beeld komt. Ook informatie van de school kan hierbij van belang zijn.
Vervolgens is het belangrijk de rekencapaciteiten van het kind goed te bekijken. In de meeste gevallen gebeurt dit middels een diagnostisch rekengesprek of een bouwstenenonderzoek, waarbij de rekenvaardigheden op een laagdrempelige manier geanalyseerd worden. Soms zal er gebruik gemaakt worden van een diagnostische toets, afhankelijk van de leeftijd en het probleem van het kind.
Na dit onderzoek, dat meestal 2 sessies in beslag neemt, volgt een verslag met aanbevelingen, van waaruit een plan van aanpak gemaakt kan worden. Dit plan van aanpak wordt aan de ouders voorgelegd en kan eventueel nog worden aangepast. Vervolgens kan de echte begeleiding starten.
De begeleiding bestaat uit sessies van 45 minuten. Het aantal benodigde sessies is afhankelijk van het rekenprobleem. Van elke sessie wordt een verslag gemaakt in de vorm van een logboek. Dit logboek wordt naar de ouders gestuurd en (mits hiervoor toestemming is gegeven) naar school. Zo is het voor iedereen duidelijk waar aan gewerkt wordt en op welke manier.